knoop vleugels om mijn polsen
en duw me in de kloof, lever me over
aan de draagkracht van een warme luchtbel
bind stelten aan mijn benen
maar laat me niet hoger dan mijn moed lopen
slijp mijn oren, ik wil de echo van de vleermuis horen
bedwelm mijn ogen, dat ik in het slib de parel zie
maak van longen een balg waarmee ik ons aanblaas
van handen een zeef voor het koren
van het hart de laveloze bron
ontwricht me en maal mijn botten
blaas het poeder als stuifmeel weg
laat de mieren op mij los
ze kietelen me met hun vlijt
jagen me uit de huid
© Wim Vandeleene
(uit de cyclus “een kiem van vleugels”)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten