Pagina's

donderdag 2 maart 2017

Bosdichter - Frans Deschoemaeker

Iemand van The Lappersfort Poets Society deelt mij mee dat hij een gedicht van mij gevonden heeft in een oud plakboek van zijn moeder. Hij vraagt mij toestemming om dat gedicht, waarin het woord bossen voorkomt, te publiceren op de website Poëziebos. Ik antwoord hem dat ik wel andere, en meer uitgesproken bosgedichten heb dan dat oude gedicht uit mijn debuutbundel Stroomafwaarts, waarin bossen slechts zijdelings ter sprake komen. Ik stuur hem een mooie bloemlezing van tien gedichten, en nodig hem uit daar zelf een gedicht uit te kiezen. Kiezen blijkt echter moeilijk, want mijn correspondent plaatst meteen de hele verzameling online. Met deze substantiële aanplant ben ik nu ook officieel bosdichter. En mijn gedichten staan daar goed, middenin het virtuele chlorofyl.

Dat oude plakboek bevatte de poëziekroniekjes die Jozef Deleu in de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw schreef voor De Bond, het weekblad van de Bond van de Grote en Jonge Gezinnen, onder de titel Lees maar, er staat niet wat er staat. In aflevering 57 besprak hij uit mijn debuutbundel het gedicht Terugkeer in het landschap. Zelf bezit ik het knipsel ook nog, want ik werp, net als de mama van mijn correspondent, nooit iets weg, met het oog op de geschiedschrijving.

En ook om af en toe eens mijn gelijk te halen. Want zie; ooit vertrouwde ik in een interview de journaliste Sofie Rycken het volgende toe: we schrijven allemaal om een spoor na te laten. We schrijven niet voor de eeuwigheid, we schrijven voor de bibliotheken van de eeuwigheid. Of je vijftig jaar na je dood nog wordt herdrukt of niet is tamelijk irrelevant. Ooit zal wel weer iemand in een oude bibliotheek, hoog op een trapje, één van je boeken vinden. Ooit zal wel weer iemand in de laaglandse grensgebieden van de virtuele ruimte één van je gedichten zien oplichten. En misschien wordt die persoon wel getroffen door een flits van zijn waarheid die trilt in een van jouw stijlfiguren. Niets verdwijnt ooit helemaal. Niet dat je over de tongen loopt, maar je leidt een ondergronds leven. Ik ben er mij goed van bewust dat poëzie een minimaal gebeuren is.

Bibliotheken, webpagina’s, vergeelde jaargangen, oude plakboeken. Wat een werelden! Wat een brede adem over de uiterwaarden! Wat een groene, belommerde netwerken!



© Frans Deschoemaeker

Uit: De waterlelies van Montparnasse, een werk in gestadige voortgang.

Extern:
Site Poëziebos
Tien bosgedichten van Frans Deschoemaeker (pdf-bestand)

1 opmerking:

  1. Bomen bossen netwerken : dan moet je Wohlleben, Het leven van bomen eens lezen! Toch optimistisch, trouwens, de zekerheid ooit ergens gelezen en goedgekeurd te worden. Met recht en reden!

    BeantwoordenVerwijderen