Er gaat een Joods verhaal over een oude meester die een groepje kinderen wilde leren lezen. Daartoe sneed hij de letters van het Hebreeuwse alfabet uit in hout, smeerde die in met honing en liet de letters vervolgens door zijn leerlingen aflikken. Daarover aangesproken vroegen omstaanders hem waarom hij dat deed. Het antwoord van de rabbi: ‘Opdat ze nooit zouden vergeten dat kennis lekker is.’
Wat drijft ons? Wat zet ons in vuur en vlam? Van waar die rode waas van de passie voor onze ogen?
Eindtermen? Competentiegeschift werken? Didactische ditjes en datjes? Cijfers? Slaagpercentages? Weten is meten? Procedures? Regels? e - Learning? Hilde Crevits in badpak op de cover van ‘Dag Allemaal’? Het diepzinnig uitgesneden decolleteetje dat ons toelacht vanaf de eerste rij? Dag Allemaal.
‘Faire naître de bonnes idées à d’ autres’, Rousseau, oude rakker, wist het al. Hoewel Jean – Jacques zijn dertien kinderen één voor één eigenhandig naar het asiel heeft gebracht. Geen tijd wellicht om op te voeden, te druk met na te denken wat onze diepste passies zijn. Wat ons drijft zijn mensen. Hun gespartel in de oceaan van dit leven. Hun zoektocht naar het beste in zichzelf. De fonkeling in hun ogen, hun weerstand om niet te vernauwen tot kopieën van onszelf. Faire naître de bonnes idées à d’ autres: het heeft meer met opvoeden te maken dan met onderwijs. Dat klinkt te veel als ‘onderweg wijs’, alsof wij dan de wijzen zouden zijn, de lichtbrengers in het donker.
Leraren zijn de regisseurs van een theaterstuk dat door hun publiek wordt geschreven. Het stuk heeft geen begin en geen slot. Aan de ingang van het theater de woorden van Van Morrisson:
If my heart could do the thinking
and my head begin to feel
En aan de uitgang? ‘Tout est bien sortant des mains de l’ Auteur des choses…’
Wees gegroet
© Hugo Verstraeten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten