Mevrouw Jezebel Gheysens had een bijzonder eigenaardig karaktertrekje. Ze veroorzaakte graag wanorde in de wereld, zodat haar eigen puinhoopje thuis minder op zou vallen. Zo schiep ze er een waar genoegen in stiekem warenhuizen overhoop te halen. Per bezoek verhuisde ze diverse producten van hun ene vaste naar een compleet andere plaats. Rolmops zette ze tussen schoolboeken. Broccoli deponeerde ze tussen whiskyflessen. Schoensmeer parkeerde ze broederlijk naast het ijs in de vrieskasten. Ravioli trof zichzelf volgens zijn eigen verbazing tussen de parfums aan.
Op een van haar vele baldadige uitstapjes (mevrouw Jezebel Gheysens frequenteerde diverse warenhuizen in een wijde omtrek) werd ze echter zelf getroffen door een moleculair misverstand en zwaartekrachtig onheil. Met dodelijke afloop. Na hevige regen die anderhalve dag had geduurd, had het twee opeenvolgende dagen en nachten beenhard gevroren. Op het zeil van de vrachtwagen die voor haar reed, lieten grote, messcherpe ijsschotsen los. Regenwater had zich in het zeil opgehoopt en was later bevroren. Een van die bevrorenregenprojectielen belandde tegen hoge snelheid op haar gezinswagen. De voorruit werd verbrijzeld. Vervolgens werd Jezebel onthoofd door dat grote ijsmes.
Misschien was het de wraak van duizenden ontevreden klanten, die hun weg niet meer vonden in de vertrouwde rangorde van de warenhuisrekken. Of was het de wraak van de voorwerpen: regen die een andere vorm aannam en onder deze vermomming een moordaanslag pleegde op de warenhuisdaderes? Het ongeval gebeurde op een verlaten weg. De vrachtwagenchauffeur had niks gemerkt en was doorgereden. Toen men de kaduke auto en de onthoofde mevrouw erin ontdekte, was het ijs al voor een flink stuk gesmolten. Men stond voor een raadsel.
© Joris Denoo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten