dinsdag 13 februari 2018

Achterland - Robin Hutse

Achterland/ 1 Popov

soms denk ik aan Popov
de kat van mijn grootouders,
nadien nog rond hun lege huis gezien.
Langzamerhand werd ik
ook dat rouwende dier, spookrijders
verscholen in de tuin die we niet meer terugvonden
onder handen die zich nooit meer in ons haar waagden
omgekomen van honger en dorst


Achterland/ 2 naamloos

Ik ben al vergeten hoe de telefoon bij ons thuis overgaat
welke analoge signalen elektronisch hertaald werden
tot dagvaardingen, doodsberichten en andere groeten
gevist uit de klotsende lucht

in het jarenlange seizoen
vriest gerinkel nog eenzamer dood
dan berijmde vogels op een telefoonlijn


Achterland/ 3 hammurabi

hun gezichten waren nog weinig meer
dan zoeklichten om verblind in te staren
om rauw en naakt in te zijn,
handen als vangnetten, maar geen maas
die me door hun grotten en meren liet glippen
straatplassen vielen de hemel in
brandwonden zogen het vuur
van mij bleef niks
niet mijn vrouw, niet mijn man of mijn kinderen
niks dan de overtreder van grondwetten
in een niemandsland


Achterland/ 4 lagom

Voor ons huis klimmen we langs de stammen naar omlaag,
vouwen de muren open als een plattegrond
dat ons uit elk ander centrum doet wegtrekken, wachten
op de zachte plof van het peillood. Van elkaar

zullen wij wellicht niet meer genezen.
Stof zal ons indekken, dempen, terwijl we
elkaar als zwalpende aanvalstorens belegeren
onder een kleine stolp dagelijks oorlog voeren om onszelf

En als de stilte ons dan eindelijk onthult
zoals een dun deken dat strakker komt te liggen
om de vormen eronder;
Wij zullen ons verzoenen, loodrecht komen te liggen,
bekaf gebotst op elkaars klippen.


© Robin Hutse


Robin Hutse (°1993) publiceerde eerder in “Het gezeefde gedicht”, Poëziekrant en Meander en won een tweede prijs bij "Jeugd en Poëzie". Groeide op in Eeklo, woont in Gent en is afgestudeerd in Taal- en letterkunde. In december 2016 publiceerde Digther van hem eerder al drie gedichten.


Geen opmerkingen: