woensdag 24 februari 2016

Zolang het windpaard zingt - Een late brief aan Martin Carrette


Martin,


Nooit heb ik gedacht, Martin, dat ik dit bericht, dat ik jou deze late brief ooit nog zou schrijven. Zondag laatst was ik samen met een groot aantal van jouw vrienden en collega’s present in de Emile Claus-zaal van het Museum van Deinze en de Leiestreek. De zaal met het monumentale schilderij ‘De bietenoogst’! Als je kijkt en blijft kijken ga je van de kou vanzelf ook op je handen blazen. Maar in de zaal was zondag, los van
het bekende Claus-tafereel, van kou niet veel te merken. Dankzij de goede zorgen van Patrick Bernauw en de Scriptomanen werd jouw lijvige en helaas ook allerlaatste bundel 'Dubbel Spel' voorgesteld. Een mooie, intieme voorstelling was het. De bundel is bovendien een indrukwekkend afscheidscadeau aan jouw lezers. ‘Dubbel Spel’ is niet één maar twee volwaardige bundels met als titels ‘Mijnheer Miller en de metafysica’ en ‘Sjans!’. Er staan alles samen, als ik het goed heb nageteld, niet minder dan 134 gedichten in... Het is een vreemde gewaarwording, die me nog niet zo vaak overkomen is, postuum een dichtbundel in handen te houden van iemand die er niet meer is. Maar die wel voor alles heeft gewild dat de uitgave van zijn bundel er ondanks alles nog zou komen. Tastbaar! De bundel is niet minder tastbaar als was je er wél nog geweest. Sinds zondag blader ik er in, lees ik flarden, reeksen verzen, isoleer, stip gedichten aan... Beelden blijven mij bij, springen mij op de hals, prikken zich op mijn netvlies vast... 'Soms als het windpaard zingt”… lees ik met liefde (én een glimlach) in het gedicht ‘Het paard Pegasus’. Een eerste lezing van 'Dubbel Spel', een eerste weging in en op de hand,  is al ruim voldoende om te weten dat deze bundel meer nog dan jouw vroeger werk volkomen voldragen gedichten bevat. Sinds ik je bij een vroege editie van de jaarlijkse poëzieprijs van de Stad Harelbeke leerde kennen en je nog in 2006 vrij laat als dichter moest debuteren, schreef je een poëtisch oeuvre bij elkaar dat velen van ons niet, of pas bereiken na enkele decennia. Ook 'Dubbel Spel', weet ik, bevat met zijn 134 gedichten slechts een kleine keuze uit alles wat je de voorbije jaren – al dan niet aan de keukentafel – bij elkaar hebt geschreven. Je was gulzig, nam gretig deel aan wedstrijden, won prijzen… In 2010 werd je de eerste stadsdichter van Deinze en je zorgde er via een Dichtersconvent zelf voor dat er in de persoon van Luc C. Martens een opvolger kwam. Vijf keer bereikte een gedicht van jou de top100 van de Turing-prijs. Toeval kon dat niet meer worden genoemd. Veel van de gedichten die op jouw persoonlijke Turing-pagina gepubliceerd werden, staan nu ook na te lezen in ‘Dubbel Spel’.

Laatst, vooraan in februari, hoorde ik tijdens een lezing een oudergeworden dichter - Daniël Van Ryssel om hem maar bij naam te noemen - boudweg beweren dat, vergeleken met de internationale lyriek, onze dichters één voor één slechts
vlnr Jan Van Meenen, P.R., Martin Carrette
als "minor poets" omschreven konden worden. Ik laat de uitspraak vanzelfsprekend graag voor rekening van onze lieve grijze Yang-eminentie. Wij wéten beter. Het vraagt immers enige vermetelheid om dichters als Claus, Snoek, Gezelle, D'Haen, Van Ostaijen, de Haes, Minne, Pernath, Bontridder, Hensen... weg te durven zetten als simpele 'minor poets'... Het is gek te bedenken dat ook jij nu bent toegetreden tot dat selecte 'dead poets society'-clubje van hierboven. De ontvangst zal hartelijk geweest, zo stel ik mij voor. Een aantal van jouw gedichten verdienen het wel degelijk om tussen het werk van de voormelde groten te staan. Opname in bloemlezingen viel je nochtans tot dusver niet zo heel vaak te beurt. Onterecht. En als het wel gebeurde was je weer even de blije jongen van vroeger en van destijds. Op de foto uit 2014 die ik graag bij dit stukje voeg, staan we samen met Jan Van Meenen - nog zo'n grote 'minor poet' - na te genieten van de publicatie van de bloemlezing de 100 mooiste wielergedichten'. Een eerder pretentieloze bloemlezing waarin we maar wat graag ons werk terugvonden. Want ambitie was jou niet vreemd. Poëzieprijzen waren er om te winnen. Bloemlezingen om in opgenomen te worden.

In 'Dubbel Spel', merk ik, treedt de Wereld, nog meer dan vroeger op de voorgrond. En ja, erg goed gaat het er niet mee, met die wereld van ons. Fanatici halen monumenten neer. Schertsfiguren maken kans om president te worden; vuile, erg vuile oorlogen worden uitgevochten. Europa kreunt onder het neoliberalisme. Het Avondland weet nauwelijks nog waar te kijken... Dit alles hield ook jou, houdt ons bezig. De wereld waarin we leven. Hij grijpt in, in wat we lezen en denken. In wat we schrijven. Dat wist je als niet een. In jouw nieuwste boek ‘Dubbel Spel’ staan heel veel gedichten die daarvan getuigen. Plastische chirurgie voor een krankzinnige tijd. Scenario ter preventie van finale verwarring. Scenario voor urban legend in crisistijd... Op jouw website staat bij de datum van 4/9/2015 het gedicht 'Zakdoekje leggen', geschreven bij de schokkende foto van Aylan die de wereld rondging. Je schrijft er bij: "Poëzie zal deze krankzinnige wereld wel niet genezen, maar ik wil me niet helemaal hulpeloos voelen, daarom ontstond dit gedicht voor Aylan, het jongetje van de foto die iconisch zal worden voor de eerste decennia van de (waanzinnige) 21ste eeuw". Je was geen vreemde in de wereld, Martin. 'Modern times' is niet toevallig de titel van een afdeling uit ‘Sjans’. En achteraan in jouw bundel staat in de "Verantwoording - Over schrijven en zo" ondermeer de navolgende passage. Ze lijkt op een levensgroot statement:

Meteen ken je ook de enige schrijfscholen waar ik in geloof, de totaliteit van alle teksten ooit geschreven – uit te breiden naar alle kunst ooit gemaakt – en de school van Hét Leven… Te Nemen of Te Laten. Maar van Sappho heb ik geleerd dat alles al gezegd is, ook over de leifde. Men kan niet nieuws zeggen, men kan altijd proberen iets te zeggen met de eigen stem, in het timbre van de eigen tijd. En bij de groten, met een toon van tijdeloosheid.

Veel hebben we daar niet aan toe te voegen, Martin. We zullen je blijven herinneren. In jouw leven, in jouw gedichten. En we zullen je blijven lezen: Zolang het windpaard zingt...


© Paul Rigolle


Thuissite Martin Carrette
Nieuwsblad-bericht: Stadsdichter Martin Carrette overlijdt op Gedichtendag
Laatste interview op Radio Tequila
I.M. Martin Carrette op 'de Schaal van Digther'

Martin Carrette; 'Dubbel Spel'; 170 pagina's; Uitgeverij De Scriptomanen: 2016; ISBN 978-94-6266-163-9; 22,50 €.


.../...


het paard pegasus


de huid onder hoogspanning, dampt een hals
als een koeltoren. het aura van de manen, stralend,
maar van dreiging is geen sprake. de paradigma’s
van proportie en perfectie dansen glanzend

langs de flanken, tot in de interpunctie van de ranke
benen. wijsheid - ondanks het weten, of heet dat
weemoed? - staat als een zwarte vlek
in de grote ogen, als van een vrouw.

zo transparant zijn wij. maanziek, met maanblind oog,
staat hij trillend, alsof hij elk ogenblik op zal vliegen,
op zoek naar thermiek, hoger, hoger, zwevend

als een verzadigde, vredige adelaar. dit is de orde
der gevleugelden, de engelachtigen.
soms, als het windpaard zingt.


© Martin Carrette



Geen opmerkingen: