woensdag 15 april 2015

Over "Bij gebrek aan piano" van Paul Cox

Recensie: Frank Decerf

Ik ken Paul Cox niet. Wel ken ik zijn werk: zijn oeuvre waaraan hij al jaren geduldig timmert en waar we, in deze lente van 2015, kennis mee mogen maken. Deze auteur is de dichter van de passie; de passie voor de vergetenen.
Ook de natuur is voor hem een trampoline waar hij redding vindt. De mensen die in Cox’ vizier komen zien het leven als een lastige oefening. De kracht van de avondschemering brengt in deze gedichten wat rust, wat desolaatheid en de hoop dat het morgen zeker beter wordt. De dichter is hier een treurende optimist en hij spreekt met de lezer, hij probeert niet te storen, maar vraagt wel aandacht als het even kan. Zijn verzen trekken ons over de lijn. Dwingen ons subtiel om elke bladzijde om te draaien. Zijn poëtica legt geen beslag op ons, zijn poëzie verleidt tot verder lezen, we volgen en slenteren zo zijn universum binnen. Paul Cox heeft een eigen wereld gecreëerd. Op die plek komen we zijn vluchtelingen, zwervers en wanhopigen tegen. Zonder sloganesk tijdverlies vertrouwen we op de goede bedoelingen van deze auteur, we stellen ons open en ontvangen zijn humane boodschap. Deze bundel huisvest alle menselijke zorgen en zoekt naar oplossingen. Cox weet dat alles vergankelijk is. Afscheid nemen gebeurt traag als de eb. Kabbelend op het besef dat de mens zijn geliefde ooit verliest, probeert Cox in deze pijnlijke momenten toch nog positivisme te vinden. Zijn gedichten zalven de wonden die eigen zijn aan de mens. Over deze gedichten is nagedacht. Zijn bundel is secuur opgebouwd. De afgemeten verzen brengen een parlando cadans en de ritmiek wiegt ons naar inzichten. Bij Cox nooit brutaliteit, daarvoor is deze dichter te humanistisch. Hij zal en wil niet bruuskeren. Hij blijft echter de vrije vlegel die zijn lezer op zijn qui-vive houdt. De rake observaties worden ontvet en komen in de verzen zonder overtollige woordenbrij. De vergankelijkheid wil hij stoppen en dit moment via zijn poëtica verlengen. Zijn observaties zijn geleid door ogen die voorbij het kijken vooral zien en inzien.

Onder de maretak

Laten we afspreken onder de maretak
bij bijengezoem
en in elkaar verstrengeld zijn.

Je zei: beur me wat op,
het was een ellendige dag vandaag,
zeg me wat liefs.

De komende nacht wordt kort, zei ik,
de morgen spreidt een wit satijnen laken.
Laten we afspreken onder de maretak
en er elkanders naam herhalen
bij zwermen verlangen.

De komende nacht verlicht vele manen.

Paul Cox hanteert doorheen de hele bundel de gekende stijlelementen op een subtiele manier. De balans komt nooit in het gedrang en het geforceerde of voorspelbare wordt rigoureus uitgesloten. Bij Paul Cox geen nevelige woordensoep, geen mistig intellectueel gedoe. Bij hem zijn de duidelijke, begrijpbare woorden de torenwachters die orde op zaken houden. Hij hanteert daarbij een trefzekere taal die tot de kern doordringt. Ik noem Paul Cox daarom de dichter van de duidelijkheid. Hij gunt zijn lezer de nodige rust om vooral ongestoord ontdekkingen te doen. Cox laat het ook niet na om te waarschuwen, als bezorgde medemens probeert hij de alwetende te behoeden voor wat komen zal. Hij ziet wat achter de horizon ligt en hij hoopt dat wij zullen luisteren. De dichter wordt radar. Zonder dwang, maar met een gemeende bezorgdheid, hoopt hij op verbetering. Hij gruwt van leiders die enkel meer lijden veroorzaken. Zijn gedichten bedanken de vergankelijkheid, want in dat ophouden ligt een tastbare schoonheid. Paul Cox is de gevoelige troubadour die het belang van muziek in de caleidoscoop van nodige medicijnen heeft opgenomen. Zijn herinneringen filtert hij tot ze maanheldere poëzie worden. Zijn eerlijk aanvoelen van menselijke waarden en appreciatie voor diegenen die onze steun nodig hebben, vind ik meer dan lovenswaardig. Paul Cox doet ons inzien dat we heel krachtig mogen danken om het feit dat wij nog bestaan. Zijn gedichten zijn de beste schuilkelders om in te overleven. Bij gebrek aan piano is een bundel zonder pretentie, maar met een duidelijke en specifieke kracht.


Bij gebrek aan piano, Paul Cox, Uitgeverij Partizaan, Gent, ISBN 978-94-9200-715-5

Recensie Frank Decerf
Extern:
Thuissite Paul Cox
Paul Cox bij Uitgeverij Partizaan


Geen opmerkingen: