donderdag 25 december 2014

Over "Beken!" van Erick Kila


Onlangs kreeg ik een bundel in handen van Uitgeverij Kleinnood & Grootzeer. Een zeer aantrekkelijke uitgave die aanzet om niet meteen te gaan lezen, maar wel om minuten lang te beduimelen, te betasten en te bestuderen. Een verzamelobject bijna, heel tactiel. Zo ook
met Beken ! De auteur Erick Kila heeft zijn sporen als jeugdauteur en prozaschrijver reeds verdiend, maar is hij ook dichter? Trouwens wat moet er “bekend” worden? Waarom is de imperatief , met zijn zo dwingend karakter, hier nodig? Is het inhoudelijk belangrijk of hebben we hier te maken met een slimme marketing stunt? Een Kleinnood en Grootzeer truc?
Laten we dus maar gaan lezen, wie weet vinden we het antwoord. Kila houdt van de bepekte strofevorm, hij speelt graag op de vierkante meter en laat zijn spel daar evolutief beperkingen uitpuren. Zijn observaties worden nergens overladen, wat er niet staat is wat de lezer aanvoelt, ieder op zijn eigen manier. De auteur serveert, de lezer verrijkt door de gevoelsassociaties die de woorden van Kila oproepen. Het zorgt voor vertwijfeling, rust en aha-beleving om doorheen de wereld van de auteur zijn vragende invalshoeken te analyseren. De auteur ziet vanop afstand, maar blijft terzelfdertijd heel dicht bij zijn onderwerp. Hij is als een vader, waakzaam bezorgd, tot alles in staat. De auteur traint zijn opgelegde beperking; hij schrijft hier geen haikoes, maar zou het perfect kunnen. Beperkt tekent hij een universum uit dat wazig blijft en dus mysterieus wordt, hij houdt ons op een aangename manier aan het lijntje. Zijn personages verbergen alle overbodigheden, worden dus universeel en ballastvrij. Zijn woorden worden secuur afgezet. Geen woordenstroom, in de hoop hier en daar een geslaagde versregel neer te zetten. Lyrische ontboezemingen krijgen hier geen kans, klinisch koel, kil en streng het spanningsveld dat betere poëzie kenmerkt. Erick Kila laat de visuele elementen hun ding doen. De constructies zitten intelligent in elkaar. Leestekens zijn in deze bundel weinig gevraagde gasten. Eindrijm wordt adequaat toegepast en het repetitief beginrijm beoogt een sacraal element, een bijna ritueel verwerken van taalritmiek. Door zijn – vermoedelijke – passie voor geschiedenis duiken in deze bundel twee wat langere gedichten op: Mauritus Tiberius en Meester van de springende dieren.


Meester van de springende dieren

onder het veld
waren er kleine vergeten
dingen

dakpan, spinsteen, kraal van glas

blinddruk in de grond werd het bewijs:
soldaten, grenspost van een heel
oud rijk

de zon prikte dan een stukje rood
in los geslagen aarde scherf van kom
met uitgebeeld een vluchtend dier
visioen in klei
de maker was van hier
hij kende bos, moeras, de wolf, het zwijn
maar was verbaasd over het dier dat
hij zelf kon zijn: springend eland
hij liet hem in de sprong en kreeg een naam
meester van de springende dieren

een verhaal, het is misschien
niet waar


In de meeste overige gedichten portretteert Kila de stilte, de verlaten leegte, daar waar de mens nog niet stoort. De uitgever heeft van deze uitgave een heel mooi en handig leesobject gemaakt. De vormgever is talentvol. Beken ! is met de hand gemaakt door graficus/uitgever Gerrit Westerveld en de omslag is bananengelb ingekleurd. Op de achterkaft een strenge foto van de “dader”. De eerste oplage van 100 zal wellicht de deur uitvliegen, want ik moet bekennen Erick Kila, kan het !

Beken ! door Erick Kila, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, 2014, Bergen op Zoom, ISBN 978-90-76644-72-1


© Frank Decerf


Geen opmerkingen: